1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6

De vierde etappe was opnieuw een bergetappe in de Ronde van Zwitserland. De rit van Monthey naar Leukerbad kende een lange en vlakke aanloop voor een zware finale met de klimmen van Crans-Montana (14,6 km, Varenstrasse (2,8 km), Höhenweg (19 km) en de laatste 1,2 kilometer aan 5,2% naar Leukerbad. De ranke Oostenrijker Felix Gall sprong al op twintig kilometer van de streep weg en finishte solo op Leukerbad met 1:02 minuten op Evenepoel en één seconde meer op Matthias Skjelmose. Mede door de boni’s nam hij de gele trui over van de Deen. Mike kwam – in een groep van zo’n kleine dertig renners - als 80e over de streep op 17:12 minuten van Gall

Serieuze poging van sterke groep

Na zo’n vijftig kilometer en een stevig begin kwamen tien renners in een vlucht. Naast Nederlands kampioen Pascal Eenkhoorn waren dat: Jhonatan Narvaez, Stan Dewulf, Kristian Sbaragli, Nikias Arndt, Mikes ploeggenoot Lilian Calmejane, Lluís Mas, Luca Mozzato, Kevin Vermaerke en Daryl Impey. Zij begonnen met ruim twee minuten voorsprong aan de klim naar Crans-Montana.

Felix Gall op twintig van de meet

Felix Gall, die ruim 20 kilometer voor de meet demarreerde en binnen no time de sprong maakte naar de laatste vroege vluchters. Gall ging erop en erover en pakte ruim een halve minuut voorsprong op de favorietengroep met Bardet, Pello Bilbao, Wilco Kelderman, Mattias Skjelmose, Cian Uijtdebroeks en Evenepoel.  Gall was goed en was op weg naar zijn eerste profzege. In de strijd om de tweede plaats plaatste Bardet een zoveelste demarrage, maar hij kwam zichzelf tegen in de laatste rechte lijn. Met een ferme sprint pakte Evenepoel de tweede plaats, vlak voor Skjelmose, Uijtdebroeks en Kelderman.

Eerste koersuur in volle vaart

Mike: “In het begin van de etappe ging het vrij hard. Ik denk zo rond de 50-55 kilometer per uur. Het was toen volle bak koers. Maar ploegmaat Lilian Calmejane was mee. Hij had zijn zinnen gezet op de bergpunten. En dat was perfect voor ons. Ik heb daarna Rui Costa geholpen tot op twintig kilometer van de finish. Toen was het uitsturen, onderaan op de laatste klim. Eigenlijk het vaste recept!”