De negentiende etappe van de Vuelta a España werd in een sprint een prooi voor Mads Pedersen. De Deen uit de Trek-Segafredo formatie won al zijn derde rit en draagt natuurlijk niet voor niks de groene puntentrui. Mike overleefde de beklimmingen met zo’n zestig collega’s. De rest werd gelost. In de daguitslag sprintte hij naar een mooie vijfde plek. Achter Wright, Vermeersch en Turner op de plaatsen twee tot en met vier. Evenepoel gaat morgen de leiding in het klassement verdedigen.
De overgangsrit kwam na 138,9 kilometer aan in Talavera de la Reina. De kopgroep ontstond toen een eerste poging van veertien renners mislukte. Brandon McNulty, Jonathan Klever Caicedo en Ander Okamika kregen snel genoeg na deze inrekening namelijk wat meer vrijheid.
Plannen van Pedersen al snel duidelijk
De ploeg Trek-Segafredo met sprinter Mads Pedersen maakte al snel duidelijk wat de bedoeling was, namelijk sprinten. Ze pakte gelijk de controle waardoor het trio maximaal 3,5 minuut kreeg. De rit bestond uit twee rondes. De aanloop naar de Puerto del Piélago (8,8 km aan 5,9%), de beklimming zelf, de afdaling en de vlakke stroken daarna. Na een impuls van Mikel Landa (Bahrain-Victorious) werden de koplopers al op 49 kilometer van de streep gegrepen.
Sprinters lossen op de Puerto del Piélago
Er werd goed tempo gemaakt op de beklimming. Een tempo dat er te veel aan was voor Ackermann, Merlier, Groves en van Poppel. Belangrijke sprinters, die niet mee konden doen voor de dagprijzen. Mike zat er nog steeds bij en zou meestrijden voor een korte klassering. Hij gaf eerder deze week al aan dat Mads Pedersen erg sterk oogde.
Groene Pedersen toont opnieuw sterke benen
Op de vlakke wegen richting de finish nam Trek-Segafredo het commando weer in handen. In de straten van Talavera de la Reine probeerde Scotson nog te verrassen, maar dat lukte niet. Alex Kirsch zorgde daarna voor een perfecte lead-out voor Pedersen en de Deen werkte het ook af. Zijn derde ritzege.
Mike: “Op de eerste beklimming werd ik bijna gelost, toen was ik blij te overleven. Op de tweede beklimming was het tempo hoger, maar ik kon beter volgen. En dacht ineens…dat moet me lukken. Bovenop kon ons plan dus worden uitgevoerd, we gingen ervoor. Al was ik ook wel gaar. In de sprint moest ik van te ver komen. Op één kilometer zat ik bij Mads Pedersen in het wiel, maar dat raakte ik kwijt in het gedrang. Toen ik wel de ruimte kreeg op zo’n 250 meter voor de streep, ben ik vol gegaan. Het was toen vooral volgen in de laatste 100 meter. Toch vijfde!”