1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6

Net zoals de voorgaande jaren betekent het eerste weekend van April de start van het nieuwe wegseizoen en net zoals voorgaande jaren zijn de eerste wedstrijden vooral wedstrijdritme opdoen en de achterstand op de eerder begonnen wegrenners proberen goed te maken.

De start van dit seizoen was op 7 April in Kwintsheul. In deze Omloop Glazen stad moesten er 170 km afgelegd worden. De wind viel wat tegen en dus werd het eigenlijk een vrij saaie wedstrijd, waarbij de enige manier om deze een beetje op te leuken aanvallen was. Ondanks dat het dus vooral de bedoeling was om wedstrijdritme op te doen zorgden ploegmaat Gert-Jan en ik dat we met bijna iedere aanval meezaten. Na driekwart koers lukte het dan ook nog om met zo'n 15 man weg te rijden en een behoorlijke voorsprong te verkrijgen. Helaas had Piels de slag gemist en werd het gat met nog zo'n 20 km te gaan gedicht. Op het einde reed er nog een groep weg waarvan ploegmaat Dylan van Baarle de snelste bleek, ikzelf eindigde in het peloton als 58e.

 

De volgende wedstrijd was de belofteversie van Luik-Bastenaken-Luik. Vanuit Bastenaken reden we over bijna alle klimmetjes uit de echte L-B-L. Ook hier werd het plan om mee te rijden als snel overtroffen door mijn aanvalsdrift en nadat ik na een eerdere ontsnappingspoging werd teruggepakt, reed ik na zo'n 50 km met ploegmaat Ruben Zepuntke en nog 5 anderen weg uit het peloton. We liepen uit tot zo'n 5 minuten, waarna er wat meer controle in het peloton kwam en de achterstand langzaam terugliep. Vooral de afdaling naar Remouchamps en de klim van de Redoute zorgden hiervoor, en na Redoute werden we teruggepakt door een groepje van zo'n 20 renners. Op de Cote de Tilff sloot nog eens een grote groep van zo'n 50 man aan en zo reden we met een grote groep op Saint-Nicolas af. Hier betaalde ik al snel de prijs voor het tekort aan wedstrijdritme en moest ik de groep laten gaan. Uiteindelijk kwam ik in een 3e pelotonnetje terecht, kon ik hiervan het sprintje nog winnen en nog net binnen de top-50 eindigen (50e).

Volgende week rijdt ik de 1.2 klassieker, Arno Wallaard Memorial