1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6

Mike had weinig geluk in de finale van Parijs Tours. In zijn laatste koers voor Jumbo-Visma moest hij in het laatste koersuur afrekenen met een lekke band en twintig kilometer voor het einde zat zijn versnelling vast op het tandwiel elf. Hij kwam als 56e over de streep. Arnaud Démare heeft net als in 2021 Parijs-Tours gewonnen. Hij was sneller dan Edward Theuns (2e) en Sam Bennett (derde).

Vijf renners in de vlucht

Al na zeven kilometer ontstond een kopgroep van vijf renners. Jonas Abrahamsen, Clément Carisey, Alexis Gougeard, Romain Cardis en Maël Guégan waren de gelukkigen. Ook zij wisten dat de beslissing zou vallen in de laatste zeventig kilometer. Want dan kregen de renners de nodige gravelstroken en hellingen voor de kiezen.

Valpartijen

In gemakkelijke beginfase werd het peloton regelmatig wakker geschud door een valpartij. Op kop deden Alpecin-Deceuninck, Jumbo-Visma, UAE Emirates en later ook Groupama-FDJ de controle. De kopgroep kreeg desondanks een voorsprong van zeven minuten

Opgave De Lie en Philipsen

Met nog een kleine zeventig kilometer te gaan, waar de finale begon, was er in het peloton een grote valpartij. Hier waren onder anderen Jasper Philipsen en Arnaud De Lie betrokken. In deze belangrijke fase ontstonden diverse achtervolgende groepjes. Mick van Dijke was mee namens Jumbo-Visma. In het peloton zag we ook Mike aan het werk voor Kooij. Op een gravelstrook trok hij op zo’n 23 kilometer van het einde flink door.

Sterke Abrahamsen solo

Op dertien kilometer van het einde ging Abrahamsen solo. In de achtervolging kwam alles weer een beetje samen, omdat Groupama-FDJ er alles aan deed om Démare weer in stelling te brengen.

Trek-renner Kirsch besefte bij de achtervolgers dat er wat moest gebeuren en trok op de laatste helling van de dag stevig door. Enkel Le Gac en Heiduk konden volgen. Aldus kregen we bij het binnenrijden van Tours vier koplopers. Zij hielden het vol tot anderhalve kilometer voor het einde.

Opnieuw dus Démare

Hoewel de finale best lastig was, draaide het dus toch uit op een sprint. Stefan Kung trok deze sprint aan voor zijn ploegmaat Arnaud Démare. De Fransman hield Edward Theuns af. Sam Bennett , ook al actief in de achtervolging, werd nog derde.

Slotklim op de elf, niet écht ideaal

Mike: “Met nog zo’n kleine vijftig kilometer te rijden reden we met z’n drieën lek. Ik was de eerste, die een nieuw wiel kreeg. Tim van Dijke en Jos van Emden waren toen klaar. Zij konden niet meer terugkomen. Mij lukte dat ook nog maar net. Even daarvoor zat ik ook al achter een val. Daarna heb ik een paar kilometer doorgetrokken totdat mijn versnelling vast kwam te zitten op de elf! Toen werd ik gelost. Met dat reuzenverzet liep het natuurlijk niet écht lekker op dat laatste klimmetje.”